Vertaal
Naar andere talen: • faire valoir > DEfaire valoir > ENfaire valoir > ES
Vertalingen faire valoir FR>NL
faire valoir (ww.) exploiteren (ww.) ; profiteren (ww.) ; uitbuiten (ww.) ; voordeel trekken (ww.)
faire valoir stellen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `faire valoir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: tirer profit de